omgaan met geluidshinder

Geluidshinder oplossen is meer dan de geluidsisolatie verbeteren.


De oorzaak van de geluidshinder kan variëren van straatlawaai en luide buren tot spelende kinderen en luidruchtige apparaten.


Blootstelling aan geluidsoverlast kan leiden tot stress, slaapproblemen en concentratieproblemen. 


Van het isoleren van kamers en het gebruik van geluidsabsorberende materialen tot het investeren in geluidsdempende hoofdtelefoons en geluidsmaskering. Naast geluidsisolatie  zijn er nog andere manieren om de geluidsproblemen aan te pakken.


Definitie geluid en geluidshinder.


Google "definitie geluid" en je zult iets lezen over trillende luchtdeeltjes die onderdrukken en overdrukken veroorzaken


Wanneer we bezig zijn met het oplossen van geluidsprobelen is  het  niet eenvoudig een éénduidige definitie van gelud te geven omdat we geluid op verschillende manieren manieren benaderen.



Fysica


Tot voor de module psycho-akoestiek van de Hogere Cursus Akoestiek was geluid voor mij een louter fysisch verschijnsel. Bij bouwakoestiek leer je enorm veel over de fysische aspecten van geluid + trillingen en hoe deze zich in een gebouw gedragen.


Veel wiskunde, soms ietwat complexe formules voor een niet-ingenieur zoals mezelf maar mits vele uurtjes studeren en de nodige volharding te begrijpen.


Ik kan stellen dat het leeuwendeel van de geluidsisolatiedokter adviesklanten slechts bitter weinig interesse heeft in de natuurkundige aspecten.


De klanten ervaren geluidshinder en willen een oplossing. 



Audiologie


De serie onderdrukken en overdrukken ten opzicht van de atmosferische druk veroorzaken een soort geluidssensatie wanneer ze op de trommelvliezen van de waarneme invalr. De fysiologie van het gehoor is de specialiteit van de audiologen. In het onze mensenorden worden worden de geluidsdrukvariatie van ons buitenoor via ons middenoor naar ons ons binnenoor overgebracht.


De haarcellen in ons binnenoor geven signalen af die door onze hersenen verwerkt worden.


Mensenoren en een geluidsdrukmicrofoon werken niet op dezelfde manier. Mensen horen bijvoorbeeld laag- en hoogfrequent geluid veel minder goed dan middenfrequentie geluid. Bij 1000 Hz is zowel voor onze oren als voor de sonometer 40 dB = 40 dB.


Bij 20 Hz is 40 dB voor de microofoon gelijk aan 40 dB maar voor ons mensen is dit onhoorbaar. Bij 20 Hz moet het geluid al ongeveer 75 dB zijn vooraleer we het kunnen horen. Om als 40 dB over te komen moet  het ongeveer 90 dB zijn.


De ene mens hoort beter dan de andere mens.



Psycho-akoestiek


De hersenen van persoon A kunnen een geluid als aangenaam ervaren terwijl persoon B van hetzelfde geluid bij wijze van spreken gillend gek wordt.


Sommige mensen zijn gevoeliger voor geluid van anderen.


Omjectieve zaken zoals frequentie en geluidsdruk worden door ons geïnterpeteerd als toonhoogte en luidheid.





Geluidshinder ervaren = perceptie, emotie en interpretatie

 

Geluidshinder ontstaat wanneer stoorgeluid als indringend in de persoonlijke leefomgeving ervaren wordt.


De mate waarop de dagelijkse activiteiten verstoord worden door geluid bepaalt de mate van overlast.


Het stoorgeluid van activiteiten zoals een gesprek voeren , TV kijken, muziek beluisteren,… wordt als enorm hinderlijk ervaren.


De mate waarin  het geluid van de ene bron storender gevonden wordt dan het geluid van een andere bron bij hetzelfde geluidsniveau  hangt af van contextuele en persoonsgebonden factoren.


Een stoorgeluid dat met iets onaangenaams geassocieerd wordt zal zelfs als het fluisterstil is snel gaan irriteren. Denk daarbij aan het geluid van een mug of een tikkende klok.

Overdreven focus op het stoorgeluid

 


Zodra een persoon terugkerend overlast ervaart van  bepaalde geluiden bestaat het risico dat deze persoon zich gaat focussen op het detecteren van die geluiden.


Door zich op die geluiden te focussen zal die persoon zelfs indien het stoorgeluid een lager niveau heeft dan het achtergrondgeluidsniveau het stoorgeluid waarnemen terwijl andere (gezinsleden) deze geluiden niet waarnemen.


Voor personen die negatief begeesterd zijn door de stoorgeluiden is het best mogelijk dat noch geluidsisolatie, noch geluidsdemping, noch geluidsmaskering voldoende soelaas gaan brengen.


Aandachtstraining, waarbij deze personen leren deze geluidsprikkels te negeren is in die gevallen aangewezen om de waarneming van de stoorgeluiden ergens te kunnen relativeren.


Bepaalde vormen van horen worden soms omschreven als een soort van fantoomhoren waarbij personen laagfrequent geluid waarnemen dat de sonometer in A-weging niet registreert.

 

Geluidsoverlast ervaren gebeurt onbewust. Het overgevoelig worden aan geluid wordt nog versterkt als het geluid negatieve emoties oproept.


Het is dus perfect mogelijk dat binnen een gezin slechts 1 van de gezinsleden overlast ervaart terwijl de anderen er totaal geen last van hebben.

Type geluidsbron en het  ervaren van geluidshinder


 

  • Controle over de bron = minimale overlast


 

    • De overlast wordt als minder erg ervaren als je de geluidsbron naar believen kunt aan- of uitschakelen/ stiller of luider zetten.


  • Kunnen inschatten wanneer de bron gaat stoppen = beperktere overlast dan wanneer je geen idee hebt omtrent het einde van de geluidsoverlast.


  • Bronnen die je niet kunt zien en niet kunt controleren zorgen voor het meeste overlast.

Impact geluid op de gezondheid

 

  • Gehoorschade
  • Slaaptekort
  • Concentratieproblemen
  • Psychische problemen

 

Onze oren werken 24/7. Als er een  “onverwacht geluid” wordt waargenomen trekt dat onze aandacht.


Vooral laagfrequent geluid zorgt voor stress. Een vaak gehoorde theorie is dat het in ons DNA zit dat laagfrequent geluid met gevaar geassocieerd wordt. Het geluid van een aardbeving is laagfrequent en bijgevolg zijn de prehistorische mensen die laagfrequent geluid negeerden in hun holen bedolven geraakt waardoor deze hun DNA niet hebben kunnen overdragen. Laagfrequent geluid waarnemen brengt ons daardoor in een soort van fight or flight modus.


Ons auditieve systeem is er om ons te waarschuwen zodat we alert zijn en adequaat op “het gevaar” reageren.


Maar niet alle geluid dat we waarnemen wijst op gevaar maar trekt wel onze aandacht waardoor het storende karakter ervan hinderlijk wordt.

Omgaan met geluidshinder



Geluidsisolatie voorzien, de bron akoestisch omkasten, geluidsschermen plaatsen, demping in de ontvangstruimte voorzien om het diffuse geluidsveld te onderdrukken….zijn allemaal ingrepen om het geluidsniveau van de stoorbron in de ontvangstruime te verlagen.


Maar soms is het geluidsniveau van de bron dermate hoog dat bovenstaande ingrepen in combinatie met het verhogen van het achtergrondgeluidsniveau in de ontvangstruimte onvoldoende kunnen blijken om het stoorgeluid onhoorbaar te maken.


Dan is het stoorgeluid accepteren de enige manier om de negatieve gevolgen van het ervaren van overlast te vermijden/beperken.


Een goede relatie blijven onderhouden met de veroorzaker van het stoorgeluid in geval van burengeluid is belangrijk zodat de buren bereid zijn/blijven om mee te werken aan een oplossing.


Hoe kwader je wordt op de veroorzaker, des te moeilijker het is om het stoorgeluid te accepteren.


Hoe je met het stoorgeluid omgaat heb je zelf in de hand.

De treshold of annoyance


Een andere belangrijke opmerking is wat in het Engels "the treshold of annoyance" heet. Van zodra iemand zich aan geluid begint te storen traint hij onbewust zijn hersenen om het geluid te detecteren. Zelfs als het storend geluid stiller is dan het achtergrondgeluid dan nog zal die persoon het signaal kunnen detecteren als hij zich op het geluid focust. Denk aan een gesprek op een druk feestje waarbij het geluidsvermogen van de spreker niet boven de muziek uitkomt, maar we toch de spreker kunnen horen.


Eens de drempel van de overlast overschreden werd dan is het enorm moeilijk om die klanten nog tevreden te stellen. Opmerkingen genre " het is wel vele keren stiller, maar we horen de buren nog steeds en dus kunnen we niet zeggen dat we tevreden zijn over de uitgevoerde werken" hebben we helaas al meerdere keren te horen gekregen.


Ja, de geluidsisolatie is dankzij de door ons uitgevoerde isolatiewerken verbeterd (de fysische component van het geluid) maar het is de psychologische component die ervoor zorgt dat we met tevreden of ontevreden klanten te maken krijgen.

Het geluidsniveau in dB zegt niet alles


Met een sonometer meet je wel hoe dik het broodje is maar dit zegt niets over hoe het broodje smaakt.

sandwich

Hetgeen meespeelt is een combinatie van:

  • Geluidsdrukniveau
  • Frequentie
  • Variatie in de tijd

 

Om hoorbaar te zijn moet stoorgeluid aan 2 voorwaarden voldoen:

  • Het geluidsdrukniveau moet hoger zijn dan de gehoordrempel
  • Het geluidsdrukniveau moet boven dat van het achtergrondgeluid komen

 

Tonaal geluid (bij metingen springt 1 tertsband er overduidelijk uit) is storender dan breedbandig geluid.

Mensen storen zich bij een gelijke LAeq* veel meer aan fluctuerend geluid (luid/stil – wel/niet) dan aan een constant geluid.


*LAeq

  • zet de energie-inhoud van het fluctuerend geluid om in dat van een continu geluid
  • A-gewogen = aangepast aan hoe wij mensen geluid horen
  • Is een soort energetisch gemiddelde van geluid dat fluctueert in de tijd

Geluidsmaskering



Zelfs de beste geluidsisolatie kan nooit alle stoorgeluiden weren.


Storend omgevingslawaai isoleren  gaat vaak samen met het verhogen van het achtergrondgeluidsniveau in de ontvangstruimte met geluiden die door de meeste mensen als aangenaam/rustgevend worden ervaren om de stoorgeluiden die als onaangenaam ervaren worden te maskeren.


Een (stoor)geluid wordt waargenomen wanneer voldaan is aan twee voorwaarden:


  • het geluidsdrukniveau moet de gehoordrempel overstijgen
  • het geluidsdrukniveau moet gelijk zijn aan of hoger dan het achtergrondgeluid

 

Met geluidsmaskering  is het mogelijk een ongewenst geluid onhoorbaar te maken.


Zelfs indien het maskeergeluid het stoorgeluid niet volledig onhoorbaar maakt dan kan het in veel gevallen toch de aandacht er van afleiden.


Geluidsoverlast ervaren is persoonsgebonden maar het feit dat je zélf een geluid produceert en het dus op elk moment stiller of uit kunt zetten maakt het continue achtergrondgeluid draaglijker dan het fluctuerende stoorgeluid.  In controle zijn werkt altijd beter op de gemoedstoestand dan overgeleverd zijn aan een oncontroleerbare bron.


Het maskeergeluid zelf moet zowel continu als zo betekenisloos mogelijk zijn.


Omdat muziek niet betekenisloos is en zowel qua volume als spectrale inhoud varieert worden meestal ruissignalen gebruikt als maskeergeluid.



Meest gebruikte ruissignalen

 

Vanwege de individuele verschillen in geluidservaring blijft het een kwestie van uitproberen welk type maskeergeluid werkt en wat niet.


Er zijn tientallen soundgenerator apps en lijsten op Spotify waar je die ruissignalen kunt terugvinden. 

 

  • Witte ruis = alle frequenties evenveel energie


Echte witte ruis klinkt meer als een statische ruis en bevat niet de variaties in volume en frequentie die de ons omringende natuurlijke geluiden (wind, regen, stromend water, vallend water…)  kenmerken.


Hierdoor kan de aandacht eerder naar het ruissignaal getrokken worden.


Geluiden zoals “white noise for babies” waar o.a. Spotify vol van staat zijn daarom wat gemoduleerd zodat het breken van golven, windgeruis, regenval en andere eerder “natuurlijke geluiden” op de voorgrond treden.


  • Roze ruis = evenveel energie per tertsband 
    • Laagfrequent geluid wordt geboost t.o.v. witte ruis en klinkt hierdoor “natuurlijker”


  • Bruine of rode ruis = laagfrequent geluid wordt nog meer geboost dan bij witte ruis
    • Klinkt eerder als een diep “gerommel”


  • Blauwe ruis = de hogere frequenties worden geboost
    • Klinkt eerder als een soort “gesis”

 

Welk ruissignaal het meest geschikt is, is  zowel contextueel als persoonsgebonden.

 

Indien de stoorbron een specifieke spectrale component bevat kan bruine ruis of blauwe ruis de meest aangewezen maskeerruis zijn.

Bij stoorgeluid waar de laagfrequente component dominant aanwezig is, bijvoorbeeld bij traagrijdende vrachtwagens, zal bruine ruis het meest geschikte ruissignaal zijn om het fluctuerende verkeersgeluiden te maskeren.


Witte ruis en roze ruis zijn  dan weer geschikt voor het maskeren van breedbandige geluiden (veel frequenties die allemaal tegelijk voorkomen).


De gebruikte speakers moeten wel goed laagfrequent geluid kunnen weergeven en daarom is een systeem met subwoofer aangewezen.




Fluctuerende geluiden vs constant geluid

 

De meeste mensen hebben veel minder last van een constant geluid dan van fluctuerend geluid en wennen vrij snel aan de ruissignalen.



 

10 dBA verschil

 

Een stoorgeluid wordt volledig (zelf als je je zou concentreren om het stoorgeluid op te pikken) gemaskeerd door het achtergrondgeluid wanneer het geluidsniveau van het stoorgeluid 10 dBA lager is dan het achtergrondgeluidsniveau.

Een lager verschil in geluidsniveaus is meestal wel al voldoende om de aandacht van het stoorgeluid af te leiden.

 


Contrasterend geluid

 

Sommige contrasterende geluiden (bv het achtergrondgeluid is middenfrequent maar het stoorgeluid is een laagfrequent gezoem) kunnen wel waarneembaar zijn bij meer dan 10 dBA verschil in geluidsniveau.

 

 

Geluidsabsorberende materialen laten de geluidisolatie beter lijken dan ze is


Geluidsabsorberende materialen onderdrukken het difuse veld waardoor het stiller wordt in de ruimte.


Denk bij geluidsaborptie aan:

  • Akoestische panelen tegen de muur
  • Een spanplafon
  • Plafondeilanden
  • Een  verlaagd plafond met gaatjesplaten zoals je vaak in refters ziet
  • Geluidsabsorberende gordijnen
  • ...


Plaatsen we een sonometer in de zendruimte en een sonometer in de ontvangsruimte. Laten we roze ruis als bron afspelen in de zendruimte dan gaan we in de ontvangstruimte meer geluid meten wanneer de ruimte enkel harde geluidsreflecterende materialen (glas, tegel,  beton, pleisterwerk, ...) bevat. Kleden we dezelfde ruimte aan met geluidsabsorberende materialen dan gaan we minder geluid meten.


Aan de geluidsisolatie zelf werd niks gedaan.


Een ruimte met een harde akoestiek (weinig geluidsabsorberend materiaal) doet de geluidsisolatie  slechter lijken dan ze in werklijkheid is. Omgekeerd geldt ook dat in een akoestisch gedempte ruimte de geluidsisolatie beter gaat lijken dan ze in werkelijkheid is.


Voorwaarde is natuurlijk wel dat je in het diffuse veld plaatsneemt en niet dicht bij een muur waar er veel geluid van afstraalt. Dan zit je mischiend wel in de galmstraal waar het directe geluid (een geluidsgolf die nog niet tegen een object gebotst is waardoor ze gereflecteerd wordt) dominant is. Het is pas wanneer de geluidsgolf tegen iets botst dat geluid afbsorbeert dat we ze echt kunnen dempen. 


Binnen de galmstraal (in functie van de hoeveelheid absorptiemateriaal in de ruimte is deze groter of kleiner) neemt zoals in het vrije veld (met geen obstakels waartegen de geluidsgolf gerefleceerd kan worden) het geluid af met de afstand van de bron. Buiten de galmstaal (in het diffuse veld) zijn de reflecties van het geluid dominant en maakt de afstand tussen ontvangen er bron niets uit. 

unsplash